ONS LICHT BEWAREN

Nu alles om ons heen donker wordt, de dagen kort en de nachten eindeloos lijken, is het aan ons om ons licht te bewaren. Het licht dat dwars door het duister zachtjes blijft stralen, dat kleine lantaarntje dat vol vertrouwen flakkert en fluistert: hou vol, de lente zal terugkeren.
Zoals elk jaar verschillende seizoenen kent, zo geldt dat ook voor ons leven. We gaan van een uitbundige lente, waarin we openbloeien, naar periodes van groei en oogst om vervolgens weer door een fase van duisternis te gaan. De winters waarin we wachten, loslaten en leren hoop te houden. In deze tijden rijpen we, zodat we in ons volgend voorjaar met nog meer kleuren kunnen bloeien.
Maar hoe hou je hoop wanneer alles donker is? Hoe zorg je dat je licht niet dooft in de duisternis?
Zoals je het kaarsje op de verjaardagstaart beschermt met je gebogen hand terwijl je door de gang naar het feestje loopt. Zo zou je met je eigen licht moeten omgaan; voorzichtig en vol verwachting.
Het zijn de stille momenten die je doorbrengt met jezelf. De kleine keuzes die je maakt om je te richten naar het licht en niet naar het donker. Het is de deken die je jezelf omslaat in de duisternis van de nacht, het is het durven rusten, het koesteren van hoop, het voeden van je vlam met het goede.
Juist als alles om ons heen duister is, is het kleinste lichtje zichtbaar. Je lantaarn hoeft alleen je volgende stap te verlichten, elke stap opnieuw tot het ochtendgloren zich aandient, je je opricht en ziet dat de nieuwe dag geboren is.
Laat jij je zonder verzet omarmen door het donker? Kun jij je overgeven aan het seizoen van stilte en rust? Heb jij vertrouwen in de terugkeer van lente en licht?